Methodiek
Het meetprotocol en de gebruikte apparatuur
Het Meetprotocol
De metingen worden uitgevoerd volgens een gestandaardiseerd protocol, ontwikkeld door emeritus hoogleraar Magda Havas. Het protocol beschrijft precies hoe en waar gemeten moet worden voor consistente, vergelijkbare resultaten.
Zelf zet je alles dat kan stralen uit (mobiel, smartwatch, etc). Je houdt de meter met gestrekte arm van je af. Je maakt elipsvormige bewegingen. Hierna lees je de meter af en onthoud de AVG. Dit herhaal je in alle vier de windrichtingen. Aan het einde noteer je de hoogste AVG van de vier windrichtingen en het eindgetal van de MAX.
De Meetapparatuur
Voor alle metingen wordt de Safe and Sound Pro II meter gebruikt, een geijkte breedband RF-meter die meet in het bereik van 200 MHz tot 8 GHz. Deze toont de waardes in microwatt per vierkante meter (μW/m²). De meter is te koop voor 480 euro. Daarnaast heeft Stralingsbewust Zeist een leenmeter beschikbaar voor meetgroepen.
Het Display
- De bovenste PEAK geven de pieken weer
- De middelste MAX toont de maximale piekwaarde
- De onderste AVG geeft de gemiddelde straling weer
AVG en PEAK fluctueren continue, de hoogste PEAK wordt opgeslagen als MAX piekwaarde. Deze tonen we op de kaart.
De Meetlocatie
Alle locaties in de publieke buitenruimte zijn toegestaan. Binnenmetingen zijn niet toegestaan. Kies een locatie buiten op grondniveau. Voor kruisingen, pleinen, rotondes en andere buitenruimtes wordt een 4-puntmeting gemaakt. Voor specifieke locaties zoals voor de ingang van een ziekenhuis, in een park of andere locatie wordt een 1-puntmeting gemaakt.
“Kies de locatie naar eigen inzicht. De meting mag in een bos zijn, maar ook in het zicht van een telefoonmast. Je mag voor de deur op de stoep een locatiemeting doen, of op het schoolplein van je kinderen. Ook kan je op één locatie op verschillende tijdstippen meten en zo het verschil in straling gedurende een hele dag in kaart brengen. Zorg dat je op een veilige plek staat en het verkeer niet belemmerd.”
1-puntmeting (specifieke locaties)
Op een specifieke locatie wordt een meting verricht in de vier windrichtingen. Dit levert twee meetwaarden op, de hoogste AVG van de vier windrichtingen en de maximale piekwaarde (MAX) aan het einde.
4-puntmeting (kruispunten)
Op een kruispunt wordt gemeten op vier (denkbeeldige) hoeken. Op iedere hoek wordt in de vier windrichtingen gemeten. Dit geeft een representatief beeld van de straling op die locatie. Uit de vier hoekmetingen volgen 2x4 meetwaardes, ieder met eigen (AVG) en maximale piekwaarde (MAX).